Daar zit je dan, beken het maar, xc3¡xc3¡ngeslagen.
Wat heetxe2x80xa6. Opnieuw onovertroffen de sigaar,
gehxc3¡vend, bloederig gat rechts in de mond,
Brofen Bruis
600 in
mijn lijf, niets te klagen.
De tandarts, uit het allerbeste hout gesneden,
kweet zich uitstekend van zijn trekkerstaak.
Geen tropische temperatuur kon zijn prikken,
zuigen, slijpen, glimlachen weerstaan. Tevreden
kwam ik uit de behandelzetel, een gaasje klem
tussen gehecht gat en betamelijk gaaf bovengebit.
Dat was dat. De pijn te dragen, de nota onderweg,
ruimtexe2x80xa6xe2x80xa6 Wat overblijft: dona nobis pacem!