Nog zo’n plant, waarmee ik iets heb…. De korenbloem! Opgegroeid in het akkerbouwgebied van Oost-Groningen werden we al op jonge leeftijd “geconfronteerd” met veldbloemen als korenbloemen en klaprozen. In de jaren vijftig van de vorige eeuw vond je langs de randen van de graanpercelen (tarwe, gerst, rogge, haver…) nog vaak de kleurige klaprozen en korenbloemen, afgewisseld met het wit/geel van de kamille. We struinden vaak langs de boerenakkers, of we fietsten naar de grootouders in Drieborg, of naar de polders. Op zondagen meestal, als mijn vader niet naar “De Toekomst” hoefde en MOVV niet thuis speelde….
Simon van Wattum, befaamd streektaaldichter, schreef het volgende gedicht:
n plant
Gain plant
bin k zo verwant
as korenbloum
dij zunder roum
moar blaauw geboren
in t graauw van oaren
as loon op boer zien pezen
zo moar mooi staait te wezen.
(“Twijstried” – blz. 286; ©Lykele Jansma, Buitenpost, 1980)
In West-Groningen zie je nu langs wandel- en/of fietspaden en aan de randen van weilanden af en toe kleurige stroken met veldbloemen, waaronder de klaproos en de korenbloem. En de korenbloem heeft een plek verworven in de siertuinen, als vaste plant:
©foto: jan blaauw, mei 2013