Citaat:
"De mensen zeggen dat je van god moet houden. Ze zeggen dat hij goed is en rechtvaardig. Maar dat is helemaal niet waar. God is helemaal niet goed en hij is ook niet rechtvaardig. Daarom kan ik niet van hem houden. Jammer. Ik vind het echt jammer. Maar ik kan er niets aan doen. Hoe ik het ook probeer, ik kan niet van hem houden.
Laatst las ik iets in de krant. Het was zo verschrikkelijk dat ik het haast niet kon geloven. Het ging over Lodz, een plaats in Polen waar heel veel joden woonden. De Duitsers namen de joden mee naar het kamp. En toen ze met hun koffers langskwamen gingen de mensen lelijke dingen tegen ze roepen en begonnen ze ze te slaan!
Als god zo goed en rechtvaardig was, zou hij dit soort dingen niet laten gebeuren. Dan zou hij iets doen tegen de deportaties. Maar het is net of hij de grote dingen niet ziet.
Laatst morste ik een beetje water op de toetsen van de piano. En even later, toen ik een stuk brood ging snijden, schoot het mes in mijn hand. Dus dat soort dingen zag hij wel."

Uit: "Hinkelen langs de afgrond" – KATI DAVID - Vijftien kinderen vertellen hun oorlog – bladzijde 72 – 1e Nederlandse druk 1987 – Uitgeverij BZZTxc3xb4H `s Gravenhage – ISBN 90 6291 260 5