Uit: "Harmxe0gedon" – Marnix Gijsen – uitg. J.M.Meulenhoff – blz.140:
‘De wereld aanvaarden als een gigantische vuilnisbak kan ik echter niet, want dan moet ik mij afvragen of ik de enige overblijvende ridder zonder vrees of blaam was. Misschien deed mijn buur net hetzelfde, misschien waren er – onwetend van mekaar – miljoenen zuiveren over de wereld verspreid die eens naar mekaar op zoek zouden gaan om de vaalt die over het aanschijn der wereld lag, op te ruimen en van meet af te beginnen. Het is waar, Lenin en zijn gezellen hadden dat ondernomen. Waar was het echter op uitgelopen? Doodgewoon op machtspolitiek en slavernij, een maatschappij onder de knoet van ambtenaren! Ik dacht aan die wonderlijke idealisten die, helemaal in het begin van het bolsjewistisch bewind, tot hun verschrikking en walg ontdekt hadden dat ‘geld’ nog altijd bestond, dat het zelfs in een communistische heilstaat onontbeerlijk was en dat het symbool van Moloch zou blijven voortbestaan. Ze hebben ontroerende bladzijden geschreven maar de roebel is een munt zoals elke andere.’